Terug
Eindtermen BMW
Eindtermen BMW
Eindtermen BMW
De afgestudeerde dient kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes te hebben ontwikkeld, zoals hieronder wordt gespecificeerd, op het niveau van een academische bachelor.
Kennis en inzicht
De afgestudeerde dient kennis te hebben van en inzicht te hebben in:
- de belangrijkste biomedische processen en theorieën in normale situaties en bij het ontstaan van ziektes;
- de verschillende organisatieniveaus (op het niveau van moleculen, cellen, weefsels, organen en organismen) en hun interacties, in mens en dier;
- de voornaamste modelsystemen, onderzoeksmethoden en -technieken van biomedisch wetenschappelijk onderzoek;
- methodologische aspecten zoals statistiek en experimentele opzet (empirische cyclus, hypothese ontwerpen);
- de maatschappelijke en ethische aspecten van biomedisch wetenschappelijk onderzoek;
- de veiligheidsaspecten van biomedisch wetenschappelijk onderzoek, zoals wet- en regelgeving en zorgvuldig omgaan met biologisch/chemisch materiaal.
Vaardigheden
De afgestudeerde dient in staat te zijn om:
- een gefundeerd standpunt in te nemen in het biomedische vakgebied dat gebaseerd is op het afwegen van relevante wetenschappelijke, maatschappelijke en/of ethische aspecten;
- relevante gegevens (literatuur, onderzoeksdata) op het biomedische vakgebied te verzamelen en te analyseren en deze kritisch te beoordelen;
- een klinisch probleem of fundamenteel biomedisch probleem te vertalen in een vraagstelling en vervolgens, onder begeleiding, een (eenvoudige) onderzoeksopzet te maken, dit onderzoek uit te voeren en daarover te rapporteren op een manier die voldoet aan de daarvoor in de wetenschap gangbare criteria;
- biomedische laboratoriumtechnieken en –vaardigheden onder begeleiding toe te passen, inclusief chemisch rekenen en het schrijven van een labjournaal;
- schriftelijk en mondeling te rapporteren en te presenteren, in het Nederlands en in het Engels, aan specialisten en niet-specialisten;
- te discussiëren, argumenteren, samen te werken, feedback te geven en te ontvangen, en de ontvangen feedback te verwerken;
- te reflecteren op de eigen ontwikkeling en (studie)loopbaan, bewuste keuzes te maken en een verdere (studie)loopbaan aan te gaan.
Attitudes
De afgestudeerde dient blijk te geven van:
- een wetenschappelijk integere houding met betrekking tot eigen en andermans plannen, visies en resultaten van onderzoek;
- een maatschappelijke en ethische houding op het terrein van wetenschap en samenleving;
- een professioneel integere houding tegenover medestudenten en tegenover anderen met wie men als gevolg van werkzaamheden in contact staat.