Terug
Vergoeding van cursussen
Vergoeding van cursussen
Vergoeding van cursussen
De verrekening van kosten en baten voor onderwijsinspanning is als volgt: aantal uren X groepsgrootte X lastfactor.
- Het aantal uren representeert het aantal geroosterde contacturen dat de docent aan een bepaalde vorm van onderwijs besteedt, uitgedrukt in docent-belastings-uren (dbu).
- De groepsgrootte is gestandaardiseerd naar een groep van 24 studenten. Een groep van 24 studenten staat gelijk aan factor 1. Bij een groepsgrootte van meer dan de helft groter (≥36) wordt de factor verhoogd naar 2. Een uitzondering geldt voor hoorcolleges, waarbij met factor 1 wordt gerekend ongeacht de groepsgrootte.
- Bij een standaardgroepsgrootte die kleiner is dan 24 studenten blijft de vergoeding gebaseerd op een groepsgrootte van 24 studenten.
- De lastfactor is de factor waarmee het aantal door een medewerker bestede uren aan een bepaalde onderwijsvorm wordt vermenigvuldigd. De lastfactoren zijn als volgt:
- Hoorcollege: 3
- Werkcollege: 2
- COO: 2
- MTE: 1
- Practicum: 2
- De vergoeding voor onderwijsinspanning vindt plaats tot een maximum van 105 uur contacttijd. Dat is 50% van de totale studielast voor de student (bij een cursus van 7,5 studiepunten is de studielast 7,5 x 28 uur = 210 uur).
Overige onderwijsvormen uitklapper, klik om te openen
- Bij toetsing geldt een verrekening van 1 dbu per student.
- De vergoeding in dbu voor coördinatie varieert per groepsgrootte:
- ≥15 studenten = 25 dbu
- 16 t/m 40 studenten = 50 dbu
- 41 t/m 70 studenten = 75 dbu
- ≥71 studenten = 100 dbu
- Het materieel krediet (o.a. kopieerkosten, labbenodigdheden) is afhankelijk van het type cursus (veel/weinig practica; veel/weinig studenten) en kent een maximum van 3000 euro.
- Voor de vertaling van toetsen naar het Engels (bij cursussen die in het Engels worden gegeven) staat een vergoeding van 5 dbu per toets.